Brandpunt:"Hoe lang moeten Ahmed Alfa en Naima NT2 nog wachten op die warme Vlaamse samenleving?"

07-06-2011 10:44

Dirk de Zutter en Werner De Weerdt schetsen de problematiek van de wachtlijsten NT2. Enkele fragmenten:

"Het volwassenenonderwijs is de belangrijkste organisator van cursussen Nederlands als tweede taal (NT2) in Vlaanderen. Tijdens de referteperiode 2009-2010 tellen de CBE ruim 38.000 inschrijvingen en volgen ruim 66.000 anderstalige cursisten een opleiding Nederlands in een CVO. Tegelijk ontstaat er in de media, de publieke opinie en de politiek commotie over de wachtlijsten die zich voor de lessen NT2 vanaf het najaar van 2009 opnieuw vormen. Ligt de oorzaak van die wachtlijsten bij de sector of faalt het beleid?

En jawel: het regeringsbeleid wordt in die periode bijgestuurd. MAAR: kiest de regering Peeters II – met de hete adem van het electoraat in de nek – voor pure cijferbijsturingen gericht op het snel opsmukken van de wachtlijststatistieken? Of durven de Vlaamse beleidsmakers te kiezen voor een duurzame oplossing voor de mensen achter de cijfers: taalonderwijs dat rekening houdt met de voorkennis, leervaardigheden en -behoeften van de cursisten NT2, zodat deze groep met blijvend succes in de Vlaamse maatschappij kan integreren? En is Vlaanderen echt warm en gastvrij, zoals minister-president Peeters beweert? 

...

De cursisten die inschrijven voor (alfabetisering) NT2 worden door de overheid niet gelijk behandeld

De cursist die vanuit eigen behoefte Nederlands wil volgen en niet verplicht wordt is niet altijd evenwaardig aan andere cursisten. De inburgeraars die voor een primair inburgeringstraject prioritair zijn, krijgen momenteel al voorrang[2]. In de voorstellen van OD 21 wordt deze voorrang vervangen door een voorrang voor inburgeraars die effectief het inburgeringscontract ondertekend hebben, en uitgebreid tot inburgeraars die een inwerkingstraject van de VDAB moeten volgen of die de bereidheid om Nederlands te leren moeten tonen in het kader van de Vlaamse Wooncode. Nog in de voorstellen van OD 21 worden de mensen zonder papieren gewoon uitgesloten van deelname. ...

 

We kunnen ons afvragen of de keuze voor een voorrangsbeleid niet de kiem in zich draagt voor het in stand houden van de wachtlijstproblematiek. Immers, wanneer er een voorrangsbeleid is en de voor de overheid ‘meest dringende noden’ zo hun oplossing krijgen, neemt de druk om de nodige middelen voor iedereen te voorzien, af. Omgekeerd, als structureel zowel voor de CBE als voor de CVO de middelen voorzien worden zodat iedereen kan starten, dan zijn er geen wachtlijsten en is er eigenlijk geen voorrangsbeleid nodig! En dan hoef je ook niemand uit te sluiten omdat hij de plaats afpakt van iemand anders.

...

Verdient de sector VO in de warme Vlaamse samenleving de zwarte piet of een pluim?

De volgende gedachten kunnen vanuit de CBE- en CVO-lesgevers gericht worden tot de Vlaamse beleidsmakers:

Jullie zijn gaan wegwuiven dat goede en efficiënte zorg onvermijdelijk te maken heeft met tijd en aandacht geven aan mensen. In dit verband promoot de Nederlandse socioloog Schuyt het begrip ‘zorgvuldigheid’. Het gaat om ‘processen’, die cruciaal zijn voor goede zorg.

Over het cruciale verschil tussen product en proces, zegt de gerenommeerde Nederlandse filosoof Hans Achterhuis in zijn laatste boek, De utopie van de vrije markt, het volgende: ‘Bij zorgen gaat er geen product van hand tot hand, maar gaan de diverse deelnemers aan dit proces samen naar een resultaat toe werken.’ Zorg is geen transactie maar een interactie.

Traag en efficiënt dus; goede zorg vraagt om trage relaties. Hoezeer jullie alles ook willen versnellen en beheersen[3].

...

STOP: wij gaan voor goed bestuur dat uitgewerkt wordt samen met het veld

Vanuit de bekommernis van het CBE- en CVO-personeel om goed en efficiënt voor hun cursisten te kunnen zorgen, stellen wij de Vlaamse beleidsmakers in onze inleiding de vraag of zij durven te kiezen voor taalonderwijs rekening houdende met de voorkennis, leervaardigheden en -behoeften van de cursisten (alfabetisering) NT2, zowel in de CBE als in de CVO.

 

Wij doen deze korte en krachtige suggesties voor dat goed bestuur:

De bijsturing bijsturen, terug naar de basisprincipes van het decreet VO, met CBE-middelen voor CBE-cursisten en CVO-middelen voor CVO-cursisten
De groeinorm optrekken voor de CBE of enkel voor de opleidingen NT2 en alfa NT2

...

Het recht op onderwijs is een grondrecht!

De Commissie Onderwijs en Gelijke Kansen (what’s in a name?) van het Vlaams Parlement keurde op 26 mei op één tegenstem (Elisabeth Meuleman, Groen!) en één onthouding (Sabine Poleyn, CD&V) na, het ontwerp van OD 21 goed. De integratiesector, de etnisch-culturele minderheden, de onderwijssector, de sector van de samenlevingsopbouw en de onderwijsvakbonden trekken meerstemmig aan de alarmbel. Zij willen dat de voorwaarde van wettig verblijf om in het VO nog cursussen te kunnen volgen, uit OD XXI wordt geschrapt.

 

Onderwijs is een fundamenteel grondwettelijk recht

Het recht op onderwijs is een grondrecht voor elke Belg en vreemdeling ‘die zich op het grondgebied in België bevindt’.

Artikel 24, paragraaf3 van de Belgische grondwet is ondubbelzinnig. Het bepaalt dat ‘ieder’ recht heeft op onderwijs, en voorziet geen mogelijkheid tot afwijking voor de wetgever. Artikel 24, paragraaf4 bepaalt dat alle studenten gelijk zijn voor de wet of het decreet. Een uitsluiting van een bepaalde categorie personen lijkt principieel in strijd te zijn met dit artikel.

 

Ook de Raad van State (RvS) wijst daarop, in haar advies over OD 21 van 31 maart 2011. De grondwettelijke bezwaren van de RvS zijn van die aard dat de in OD 21 ingeschreven uitsluiting beslist kan worden aangevochten voor het Grondwettelijk Hof.

 

De plenaire zitting, met de eindstemming, is voorzien op 16 juni.

Zal het Vlaams Parlement ingaan tegen een grondwettelijk recht?"

 

Lees het volledige artikel:

www.coc.be/files/articles/.1245/BP09%20volwassenenonderwijs.pdf